Wilde kaardebol
|
Dipsacus fullonum
|
Wilde kaardebol heeft grote, stekelige bloemhoofden, die in ringen vanuit het midden naar bovenen naar beneden bloeien.
Wilde kaardebol
Dipsacus fullonum
Wilde kaardebol (ook: Grote kaardebol - Dipsacus fullonum) is een in Nederland alleen plaatselijk vrij algemene tweejarige plant. Zij houdt van zon en van een vochtige, gemiddeld voedselrijke bodem. De soort is te vinden in bermen, op braakliggende terreinen en in ruigten. Wilde kaardebol bereikt een hoogte tot 2 meter en bloeit in juli, augustus en september. De plant heeft grote, stekelige bloemhoofden in de vorm van korven, met lichtpaarse bloempjes in kransen. De bloei begint in het midden van het bloemhoofd en zet zich vervolgens tegelijkertijd voort naar boven en naar beneden. De stengels zijn voorzien van stekels. De grote bladeren zijn paarsgewijze om de stengel samengegroeid. Daarmee vangt de plant water op. Hoewel niet inheems is de soort in Nederland wettelijk beschermd. Vanwege de grote honingproductie trekt de plant veel insecten. Bloemhoofden werden vroeger gebruikt voor het kaarden van weefsels (het in één richting kammen van vezels van ruwe wol of katoen). Tegenwoordig dienen gedroogde bloemhoofden ter versiering van bloemstukken. Wilde kaardebol wordt gerekend tot de Kaardebolfamilie (Dipsacaceae).
|
|
Deel van een bloemenring.
.
Blad is smal en puntig met hier en daar een stekel. Rechts: Wilde kaardebol wordt tot 2 meter hoog.
Tegenlichtopname van bloemhoofdjes.
Copyright tekst en foto's: Kijken in de Natuur Website. Niet gebruiken zonder toestemming.
|