Wilgenroosje
|
Chamerion angustifolium
|


Wilgenroosje telt vier kroonbladen, waarbij het lijkt of er onderaan de bloem een vijfde ontbreekt.
Wilgenroosje
Chamerion angustifolium
Wilgenroosje (ook: Knikkend wilgenroosje - Chamerion angustifolium - Epilobium angustifolium) is een in Nederland algemene vaste plant. Zij houdt van zon of halfschaduw en van een vrij droge, gemiddeld voedselrijke bodem. De soort kan massaal opduiken kort na bos- en heidebranden of bomenkap en is verder te vinden langs bosranden, in bermen en op braakliggende terreinen, vaak op verstoorde grond. Wilgenroosje wordt tot anderhalve meter hoog en bloeit in juli, augustus en september. De roze tot paarsrode bloemen groeien aan aren. Ze zijn tot 3 centimeter in diameter en tellen vier kroonbladen, twee bovenaan en twee (iets kleinere) aan de zijkanten, waarbij het lijkt of er onderaan een vijfde kroonblad ontbreekt. Die plek wordt ingenomen door een naar beneden wijzend kelkblad. Stijl en meeldraden steken ver uit en buigen naar beneden. Na de bloei vormen zich zaden met wit pluis. De bladeren zijn langwerpig en smal en lijken op wilgenblad. De rechtopstaande stengels zijn niet vertakt. Wilgenroosje wordt gerekend tot de Teunisbloemfamilie (Onagraceae).
|
|


Bloemen van Wilgenroosje groeien aan aren.
Copyright tekst en foto's: Kijken in de Natuur Website. Niet gebruiken zonder toestemming.

|