Gele morgenster
|
Tragopogon pratensis subsp. pratensis
|


Omwindselbladen onder de bloemhoofdjes steken niet of een beetje uit.
Gele morgenster
Tragopogon pratensis subsp. pratensis
Gele morgenster (Tragopogon pratensis subsp. pratensis) is een in Nederland vrij algemene twee- of meerjarige plant. Zij houdt van zon en vrij droge, matig voedselrijke bodem. Zij groeit in onder meer bermen en op verstoorde grond. Gele morgenster wordt tot een meter hoog en bloeit in mei, juni en juli. De bloemhoofdjes hebben een diameter tot 7 centimeter en bestaan alleen uit heldergele lintbloemen. De omwindselbladen zijn iets langer of korter dan de bloemen (bij de nauw verwante Bleke morgenster duidelijk langer dan de bloemen). De plant vormt zaden met vruchtpluis in grote pluisbollen. De bladeren zijn lang en smal. Gele morgenster behoort tot de Composietenfamilie (Compositae - Asteraceae).
|
|
.


Gele morgenster is helderder geel dan de Bleke morgenster. Een ander verschil is de overgang van de steel naar het bloemhoofdje, die niet of veel minder is verdikt zoals bij de Bleke morgenster.


Gele morgenster produceert een pluisbol, groter dan die van de Paardenbloem.
Copyright tekst en foto's: Kijken in de Natuur Website. Niet gebruiken zonder toestemming.

|