Gewone agrimonie
|
Agrimonia eupatoria
|


Gewone agrimonie, X september 2009.
Gewone agrimonie
Agrimonia eupatoria
Gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria) is een in delen van Nederland vrij algemene vaste plant. Zij houdt van zon en lichte schaduw en, wat de bodem betreft, van alles met mate: niet te droog, niet te nat, niet te voedselrijk maar ook niet te voedselarm. Wel graag kalk in de grond. De soort is te vinden in bermen, bij struiken en heggen en langs akkers, spoorwegen en dijken. Gewone agrimonie wordt tot ruim een meter hoog en bloeit van juni tot en met september. De kortgesteelde, in aren staande, bloemen zijn geel en tot een centimeter in doorsnede. Ze tellen vijf kroonbladen. Na de bloei vormen zich geribbelde vruchten met de vorm van bekertjes. Ze zijn voorzien van weerhaakjes die vast blijven zitten in de vacht van dieren. De bladeren zijn behaard en geveerd, met drie tot acht paar deelblaadjes, waarbij blaadjes van verschillende grootte elkaar afwisselen. De bladeren zijn voorzien van een vrij grove zaagrand. Ook de stengels zijn behaard en vaak zijn die bovenin vertakt. Gewone agrimonie wordt gerekend tot de Rozenfamilie (Rosaceae).
|
|

De bloemen staan in aren. Deelbladeren vormen paren die elkaar in grootte afwisselen. Na de bloei vormen zich geribbelde vruchtbekers.
Copyright tekst en foto's: Kijken in de Natuur Website. Niet gebruiken zonder toestemming.

|